terug

Componist - Piet-Jan van Rossum

---------------------

De ruimten waarin éénling of ‘school’ zich bevinden, hoe klinken die eigenlijk ?
En hoeveel tijd heeft zo’n ruimte nodig om te klinken?
De ruimte van een éénling, is dat een kamer, of is dat juist een woud ?
De ruimte van een ‘school’, is dat de aula, een stad of is dat juist een kleine benauwde kamer ?
Dat heb ik geprobeerd hoorbaar te maken als lijst rondom ‘le Fils des Etoiles’.
De partituur van ‘le Fils des étoiles’ was af, maar duidelijk niet klaar.
Er zijn 3 akten, ieder voorafgegaan door een prelude.
De preludes zijn tijdens Satie’s leven uitgegeven en inmiddels vaak gespeeld en een ieder bekend.
Ik heb extra 2 interludes gemaakt, voor over de luidsprekers.
Deze staan tussen akte 1 & 2, en tussen akte 2 & 3.
De interludes gaan over in Satie’s preludes, die ik, bekend als ze zijn, op een afstand heb geplaatst, door
ze te laten spelen op een oude piano (prelude 1), vanaf een grammofoonplaat (prelude 2) en via de radio
(prelude 3).
De interludes zijn kleine stukken akoestiek, waarin ik een spel speel met halfvergaan materiaal. Oude opnamen van radio- en morsesignalen (ten tijde van ‘le Fils’ vonden de eerste experimenten met radiogolven plaats), opnamen van Madeleine Milhaud (die Satie’s kamer leegruimde na zijn dood), Cocteau (verwijzing naar ‘Orphée’).
Ik heb 3 nieuwe akkoorden ingevoegd als fremdkorper, de rest van het materiaal is allemaal van Satie, en
allemaal uit ‘le Fils’. De derde akte, die ik onvoltooid vond, heb ik hercomponeerd.
Het is meer van Rossum dan Satie.
Ik heb Satie’s akkoorden in nieuwe combinaties geplaatst en zo nieuw materiaal geschreven.
De derde akte is ook ruimer opgezet, meer stiltes, meer plaats voor het materiaal.
Hoe ik het gedurfd heb aan Satie’s materiaal te komen?
Gewoon, ik heb dat gedurfd.
Een ondankbare klus, want ik hoor sommige vakbroeders al roepen:
‘Wie denkt hij wel dat hij is?’
Het is eigenlijk wat Satie zelf zegt: ‘wat ons ingeeft dat alles voorbijgaat, dat alles verandert & dat alles
verveelt’.
Het materiaal heeft me een bepaalde richting getoond en dat pad ben ik afgelopen, dat is alles.
En met het grootste respect voor Satie, die me zeer na is. Al 15 jaar duikt de naam Satie regelmatig op in
recencies over mijn werk, iets wat ik niet altijd heb begrepen, maar wel in dankbaarheid aanvaard.
Er is ergens een link.
Satie is een goed voorbeeld van hoe moeilijk het is je niet te laten intimideren door zoiets als een ‘school’
en hoe moeilijk het is je eigen weg te blijven gaan wanneer je steeds opnieuw het verzoek krijgt dan toch
maar de brede weg te nemen en je bij de groep aan te sluiten.
Satie, zo’n beetje éénling tegen wil en dank.
In zijn kleine huisje in Arcueil, met af en toe een uitvoering in de kantlijn.

Pj oktober 2007

www.pietjanvanrossum.nl